zondag 30 oktober 2011
vrijdag 28 oktober 2011
vrijdag 21 oktober 2011
zondag 11 september 2011
He-liedje
Hé - Lied
Zou je met mij op de wolken willen wonen,
zou je met mij van de vlinders willen dromen,
zou je met mij willen tuimelen in het gras,
zou je met mij willen ruilen van regenjas.
Want hé, hé, hier bloeit een bloem,
want hé, hé, daar is nog groen.
Zou ik met jou mogen wand'len door de dreven,
zou ik met jou door de ruimte mogen zweven,
zou ik met jou mogen wenen als ik droef ben,
zou ik bij jou mogen komen als ik vreugde ken.
Want hé, hé, 't is weerom mei,
want hé, hé, daar zoemt een bij.
Zouden wij samen kunnen lachen om de regen,
zouden wij samen kunnen snoepen van het leven,
zouden wij samen willen leven voor d' anderen,
dan kan het echt in jouw leven veranderen.
Want hé, hé, hier lacht een kind,
want hé, hé, daar wacht een vriend.
vrijdag 2 september 2011
De wereld is een Toverbal !
De wereld is een toverbal !
Geen mens weet hoe het worden zal,
maar één ding dat weet iedereen,
We kunnen het niet alleen.
Dus, zullen we er samen iets van moeten maken
De wereld is een mooi maar werkelijk ding
hé hé hé hé, kom maar in de kring.
Bekijk toch eens de wereldkaart,
de mens is toch iets beter waard,
je ziet dat het een puinhoop is,
zo gaat het helemaal mis,
Dus, zullen we er samen iets van moeten maken
De wereld is een mooi maar werkelijk ding
hé hé hé hé, kom maar in de kring.
We praten zus, we praten zo,
we roepen a en wee en oh
maar wil je elkaar echt goed verstaan,
dan doe je er wat aan,
Dus, zullen we er samen iets van moeten maken
De wereld is een mooi maar werkelijk ding
hé hé hé hé, kom maar in de kring.
dinsdag 30 augustus 2011
maandag 29 augustus 2011
Zeeuws-Vlaams volkslied
Zeeuws-Vlaams volkslied
- Waar eens 't gekrijs der meeuwen
- Verstierf aan 't eenzaam strand,
- Daar schiepen zich de Zeeuwen
- Uit schor en slik hun land;
- En kwam de stormwind woeden,
- Hen dreigend met verderf,
- Dan keerden zij de vloeden
- Van 't pas gewonnen erf.
- Refrein:
- Van d'Ee tot Hontenisse
- Van Hulst tot aan Cadzand
- Dat is ons eigen landje,
- Maar deel van Nederland.
- Waar eens de zeeën braken,
- Met donderend gedruis
- Daar glimmen nu de daken,
- En lispelt bladgesuis.
- Daar trekt de ploeg de voren,
- Daar klinkt de zicht in 't graan.
- Daar ziet men 't Zeeuwse koren,
- Het allerschoonste staan.
- Daar klappen rappe tongen,
- De ganse lieve dag.
- Daar klinkt uit frisse longen,
- Gejok en gulle lach.
- Daar klinkt de echte landstaal,
- Geleerd uit moeders mond.
- Eenvoudig, zonder omhaal,
- Goed Zeeuws en dus goed rond.
- Daar werd de oude zede,
- Getrouwelijk bewaard.
- En 't huis in dorp en steden,
- Bleef zuiver Zeeuws van aard.
- Daar leeft men zo eendrachtig,
- En vrij van droef krakeel.
- Daar dankt men God almachtig,
- Voor 't toegemeten deel.
- De worstelstrijd met Spanje,
- Bracht ons het hoogste goed,
- De vrijheid door Oranje,
- Betaald met hartebloed.
- Dat goed gaat nooit verloren,
- De Nederlandse vlag,
- Zal wapp'ren van de toren,
- Tot op de jongste dag.
De Vlaamse Leeuw
De eerste twee strofen (vetgedrukt) worden bij officiële gelegenheden gezongen.
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan:
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Hij strijdt nu duizend jaren voor vrijheid, land en God;
En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot.
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot.
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Wee hen, de onbezonnen', die vals en vol verraad,
De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem slaat.
Geen enkele handbeweging die hij uit 't oog verliest:
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem slaat.
Geen enkele handbeweging die hij uit 't oog verliest:
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maan en briest.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Het wraaksein is gegeven, hij is hun tergen moe;
Met vuur in 't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend lijk.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Met vuur in 't oog, met woede springt hij den vijand toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend lijk.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
zondag 28 augustus 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)